Ze is er weer! Mevrouw Kisandroe heeft een abonnement op behandelingen door de artsen van de Eerste Hulp, een veel - maar daardoor niet graag - geziene Hindoestaanse vrouw, een draaideurpatient. De combinatie van hoge bloeddruk en suikerziekte vormen de slagroom op de taart die chronische nierinsufficientie heet. De frequente ontregelingen die zij eenzaam ervaart, ervaren de artsen als routine. Als ze happend naar lucht door haar echtgenoot in een rolstoel naar binnen wordt gerold, zoeken drie paar ogen mijn blik. Als de arts aan mij vraagt "kun je even luisteren" weet ik dat dat synoniem staat voor de anamnese afnemen, lichamelijk onderzoek uitvoeren, bloed prikken, infuus aansluiten, een hartfilmpje maken, een longfoto schieten, een catheter inbrengen en overleggen met de internist. Dus leg ik mijn stethoscoop op haar rug en het luisteren begint.
Het geluid van drijvende longen is lastig te omschrijven, maar na het een keer gehoord te hebben zit het in de trommelvliezen gegrift. Met mijn rechter hand druk ik putjes in haar enkels en ook rond de knieen laat ik mijn vingerafdrukken achter. De buik klotst ritmisch onder mijn handen. Het overtollige vocht zit overal, behalve in haar blaas. De nieren hebben er duidelijk genoeg van en langzaam verdrinkt ze in haar eigen lichaamsvocht. Ze hapt naar adem maar ook de rode bloedcellen die het zuurstof naar de worstelende weefsels moeten brengen zijn schaars. Normaliter stimuleren de nieren het beenmerg, maar ze hebben hun voet van het gaspedaal gehaald en de motor staat op de handrem. De machine die bestuurd wordt door de mevrouw op het laboratorium kan dat alleen maar bevestigen. De cijfers doen pijn aan mijn ogen en met dergelijke concentraties afval aan boord moet ze zich hondsberoerd voelen. Mevrouw Kisandroe haar nierinsufficientie is terminaal.
Met de longfotos's, haar status en de laboratoriumuitslagen loop ik naar de polikliniek interne geneeskunde. Als ik de deur naar de overdekte gang opendoe, sta ik buiten. De airconditioning die op de Eerste Hulp zo goed haar werk doet, zorgt ook voor vertekening. Het is aangenaam warm en direct verlaag ik mijn tred. In de wachtruimte van de polikliniek zitten oude mannen en vrouwen in rolstoelen met hun voeten in het verband. Vandaag is diabetesdag voor Dokter Van Ommeren en onder mijn arm draag ik de samenvatting van een aanvulling aan deze suikermiddag.
Hij is een amaibele, aantrekkelijke man: bereid om, in tegensteling tot de meerderheid van zijn collega's, met mij te overleggen. Hij bezichtigt de foto's, legt uit, bekijkt de resultaten van mijn ochtends werk en glimlachend kijkt hij me aan. "Ze is een ideale kandidaat voor dialyse", zegt hij. "Moet ik de chirurg in consult vragen?", is mijn uitgesproken gedachte. Een groot vat op de arm geeft makkelijk toegang tot het apparaat dat het vergif uit haar lichaam gaat wegfilteren. "Is niet nodig", zegt dokter Van Ommeren. "De capaciteit van dialyse in Suriname is beperkt en het plafond is bereikt. Er wordt 24 uur per dag gedialyseerd en er is geen plek voor een nieuwe kandidaat". Misschien kan ze dan spoelen met behulp van het buikvlies als filter? "Dat kennen we niet in Suriname", is het duidelijke antwoord.
Nadat hij instructies aan mij heeft meegeven loop ik door de gang. De warmte is drukkend en vervelend. Nogmaals kijk ik op haar status, geboren in 1967 maakt haar 40 jaar oud. Dokter Van Ommeren vertelde dat hij haar een jaar geleden heeft aangeboden om met dialyse te starten maar dat dat aanbod was afgeslagen. "Dit is dus toch een beetje haar eigen schuld. Tragisch voor een moeder van 2 jonge kinderen".
Terug bij haar bed vertel ik haar over mijn bezoek aan haar dokter, de woorden dialyse, capaciteit en terminaal vermijdend. "We gaan met medicijnen proberen uw bloeddruk omlaag te krijgen", is het vergulden van een bittere pil. Ze lijkt het niet te horen, rechtop zittend en zwaar ademend door het zuurstofkapje. Samen met de zuster verplaats ik haar naar een ander bed. Ze moet hoesten en met haar rechter hand haalt ze het kapje van haar mond. "He vrouw, hand voor de mond!", zegt de verpleegster. "Als u niet uw hand voor uw mond doet, worden wij hier allemaal ziek en kunnen wij u niet beter maken".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten